Het weer in Europa

Europa is een relatief klein continent. Toch is er een enorme variatie wat het weer betreft. Zoals je zou verwachten is het een stuk warmer in het Zuiden dan in het Noorden. Maar dat is niet het enige verschil wat het weer betreft.

In dit artikel kun je lezen wat voor soorten klimaat je in Europa aan kunt treffen. We zullen ook uitleggen hoe dat komt. Een korte uitleg natuurlijk, want het is een heel ingewikkeld systeem wat zelfs de meest slimme wetenschappers niet geheel begrijpen.

Toch weten we in grote lijnen wel hoe het weer werkt. Dat staat hier uitgelegd. Wanneer je dit allemaal gelezen hebt dan weet je precies waar en wanneer je naar een bepaald land op vakantie moet. Natuurlijk is dat allemaal subjectief. De ene persoon houdt voornamelijk van een winters klimaat, terwijl de ander liever op vakantie gaat naar een warm land. Bekijk dus dit artikel en maak je eigen beslissing. Van wat voor weer hou jij het meest?

Welke factoren hebben een invloed op het weer?

Het weer (of het klimaat) wordt door verschillende factoren beïnvloed.

  • De breedteligging is van invloed. Waarom? Dat heeft te maken met de intensiteit van de inkomende zon. Hoe dichter een gebied bij de evenaar ligt, hoe meer zonneschijn er is en hoe warmer het wordt.
  • Natuurlijk heeft de altitude (de hoogte) ook een belangrijk effect. Dit is dus hoe ver een bepaald gebied boven de zeepijl uitsteekt.
  • Ook de combinatie van land en zee is erg belangrijk. Daar wordt mee bedoeld dat sommige landen helemaal geen zee in de buurt hebben en andere juist heel veel.
  • Ook oceaanstromingen hebben een effect net als atmosfeerstromingen. Dit heeft namelijk een effect op hoge en lagedrukgebieden.
  • Ook het albedo heeft een grote invloed. Dit klinkt misschien als een ingewikkelde term. Maar dat valt heus wel mee. Dit heeft te maken met de mate waarop inkomend zonlicht weerkaatst wordt.

Verschillende weer, de klimaatclassificatie van Köppen

Elk land heeft op verschillende manieren te maken met deze factoren. Op die manier ontstaat er een heel klimaatclassificatie systeem. Dit systeem wordt het systeem van Köppen genoemd. Deze man was een wetenschapper afkomstig uit Rusland. Hij onderzocht in het begin van de 20ste eeuw het klimaat en het weer op allerlei plaatsen in de wereld. Hij onderzocht vooral allerlei bomen en planten.

Hij kwam al snel tot de ontdekking dat zowel de aanwezigheid van vegetatie als de soort vegetatie een enorm effect had op het weer. Hij verdeelde alle soorten klimaten aan de hand van een aantal letters. Dit systeem wordt nog steeds gebruikt. Ook al is het tegenwoordig een heel stuk uitgebreid.

Er zijn vijf verschillende belangrijke groepen:

  • A-klimaten: tropische klimaten
  • B-klimaten: droge klimaten
  • C-klimaten: gematigde (zee)klimaten
  • D-klimaten: landklimaten
  • E-klimaten: poolklimaten

Deze groepen worden nog verder onverdeeld aan de hand van de hoeveelheid neerslag, het verschil tussen de warmste en koudste maand en het voorkomen van een droog seizoen. Er zijn op die manier 29 verschillende soorten klimaten. Welke tref je allemaal in Europa aan en waar?

De Benelux

Het weer in de Benelux wordt omschreven als Cfb. Dat betekent dus een gematigd zeeklimaat. Wat houdt dat in? Er is een verspreide, en natuurlijke en verder ook bio diverse vegetatiegroei aanwezig. Er zijn planten maar ook bomen en hele bossen. De zee heeft een hele grote invloed op het land. Er is geen droogseizoen. De zomer is mild en de winter is niet al te koud. Door de invloed van de zee worden de temperatuurschommelingen beperkt.

Centraal- en Oost-Europa

Het klimaat in Centraal-Europa en ook in het oosten van Europa is heel anders dan het weer in Nederland. Het is een gematigd landklimaat. Dit is niet heel erg anders dan een gematigd zeeklimaat, maar toch zijn er wel de nodige verschillen aanwezig. De zomer is namelijk relatief warm, en de winter relatief koel. Het verschil is te verklaren omdat er geen zee aanwezig is, de zee heeft namelijk een matigend effect.

Om het wetenschappelijk te omschrijven, er is sprake van grote contintentaliteit. Er is weinig zee en hierdoor kan het in de zomer tropisch heet worden terwijl het in de winter juist erg gaat vriezen en sneeuwen.

Het Noorden van Europa

In dit gebied heerst er een Dfc klimaat. De benaming voor deze classificatie is een ‘koel landklimaat’. Wat houdt dit precies in? Het betekent dat er een gematigd landklimaat heerst. Er zijn dus geen extreme temperatuurwisselingen. Er is weinig diversiteit in de vegetatie. Dat komt natuurlijk omdat de vegetatie tegen koud weer moet kunnen. Er is dus veel vegetatie die hier niet kan groeien.

In het Noorden van Europa zijn er geen droge seizoenen. Er valt ook het hele jaar door ongeveer evenveel regen. Het is verder een koel klimaat, het is vaak niet al te warm, sterker nog het is meestal best koud.

Zuid-Europa

In Zuid-Europa is het natuurlijk heel warm. Dat weten wij Nederlanders dondersgoed. Wij gaan er immers jaarlijks naartoe op vakantie. Even weg uit ons koude kikkerlandje en op naar het zonnige Zuiden.

Officieel wordt het weer in dit gebied omschreven als Csa soms spreekt men ook wel van Csb. In de volksmond heeft men het vaak over een ‘mediterraans klimaat’. De gemiddelde temperatuur is hier warmer dan 22 graden in de warmste maand.

In dit soort landen zijn temperaturen van meer dan 30 of 40 graden goed mogelijk. Althans in de zomer. Misschien is dit wel te veel, maar dat hangt er natuurlijk vanaf of je hiervan houdt of niet. En of je in het binnenland zit, of vlak bij de zee. Vlakbij de zee is zo’n temperatuur natuurlijk prima vol te houden.

Rond de poolcirkel

Er zijn ook een aantal gebieden in Europa die rond de poolcirkel liggen. Hier heerst een echt poolklimaat, dit wordt ook wel toendraklimaat genoemd. Dat laatste betekent dat de temperatuur niet boven de 10 graden uitkomt in de warmste maand. Bijvoorbeeld in Groenland komt dit soort weer voor.

Voor veel mensen geld dit niet als een ideaal gebied om naartoe te gaan op vakantie. Hoewel sommige het juist heel aantrekkelijk vinden. Dit hangt dus heel erg af van de persoon. 

Muizen bestrijden vereist een combinatie van preventieve maatregelen en actieve interventies. Begin met het afdichten van mogelijke toegangspunten, zoals kieren en gaten. Gebruik vervolgens muizenvallen, lokaas of gif in strategisch geplaatste gebieden. Zorg voor regelmatige reiniging om voedselbronnen te minimaliseren en overweeg professionele hulp bij ernstige infecties.